Stadsklooster Groningen als voorbeeld van pionieren in Stad (Kerk in stad jr 22/ nr.15)

Onlangs kwam het PKN-rapport ‘Tussenstand pionieren: de impact van pionieren op sociale verbondenheid en geloofsontwikkeling’ uit. Projectleider pionieren Erik Verwoerd stelt dat pionieren hard ploeteren is en de plekken vaak klein en kwetsbaar zijn. Tegelijk laat het onderzoek zien dat het pionieren veel voor mensen betekent. Eén van die kleine, kwetsbare plekken is Stadsklooster Groningen. In
dit artikel reflecteer ik op enkele conclusies van het rapport.

Onderzoeksrapport
De aanleiding voor dit rapport is dat er in 2021 een nieuwe beleidsperiode begint en de vorige tussenstand uit 2017 is. De centrale vraag luidt: hoe staat het ervoor met de pioniersplekken binnen de PKN? Inmiddels zijn er al 147 pioniersplekken gestart of in oprichting. Per pioniersplek zijn gemiddeld zo’n 181 mensen betrokken. Daarmee is een divers veld ontstaan van mensen en organisaties die buiten de traditionele kerkvorm zijn weg hoopt te vinden.
Het onderzoek is gebaseerd op 42 interviews van betrokkenen bij 12 pioniersplekken.

Corona
De impact van de coronacrisis is buiten beschouwing gebleven. De publicatiedatum viel namelijk samen met de komst van corona. Mogelijk zijn pioniersplekken nog kwetsbaarder in deze crisis dan traditionele kerkvormen. Tegelijk zullen sommige pioniersplekken juist meer wendbaar en flexibel zijn. Daarnaast is het mogelijk dat, mede dankzij het pionieren, er meer aandacht is voor vormen van samenkomen dan de nu veelal gemankeerde ‘eredienst’. Zo zie ik dat een sober getijdengebed in kleine kring, het delen van stilte en het waarderen van de natuur als bron van spiritualiteit en pelgrimage (in eigen land) weinig belemmering ondervinden in deze tijd.

Stadsklooster Groningen
Inmiddels bestaat Stadsklooster Groningen al vijf jaar. Het is gestart met een groep mensen die tot aan de coronacrisis vrijwel dagelijks samenkomt voor de vespers. Maandelijks zijn er ongeveer 150 bezoekers, waarvan een groot deel enkele keren per maand een getijdengebed bezoekt. Naast het kernteam en de monastiek pionier zijn er een aantal vrijwilligers en een stagiaire. Binnen het brede veld van pionieren valt Stadsklooster Groningen onder de zogenoemde monastieke plekken. Deze subgroep verbindt monastieke spiritualiteit met hedendaagse zingeving.

Na een opstartfase is Stadsklooster Groningen in het laatste jaar van de eerste fase beland. Dit betekent dat de eerste leerervaringen achter ons liggen en dat we stappen zetten naar volwassenheid. Met andere woorden: er wordt gestreefd naar een zelfstandige, duurzame geloofsgemeenschap (of liever: pleisterplaats). Dat dit lukt is niet vanzelfsprekend. In de afgelopen jaren zijn er diverse pioniersplekken gestopt. Uit een eerder onderzoek blijkt dat een ongezonde dynamiek in het kernteam en het gebrek aan samenwerking of structurele relaties de toekomstbestendigheid bedreigt. Ter relativering zou men kunnen opmerken dat het bij het wezen van pionieren hoort dat het soms niet lukt.

Kwetsbaarheid
Een ander aspect dat hoort bij een pionieren is kwetsbaarheid. Erik Verwoerd noemt pionieren hard ploeteren. Een kleine organisatie kan wendbaar en creatief zijn, maar is tegelijk ook kwetsbaar. Een crisis zoals corona zal ongetwijfeld voor een aantal pioniersplekken het einde betekenen. Meer structureel is de financiële startpositie van pioniersplekken zwakker geworden, omdat de PKN enkele jaren geleden ervoor heeft gekozen om de financiële ondersteuning bij aanvang te verminderen. Daar staat tegenover dat men nu langer kan genieten van inhoudelijke steun en het netwerk. Concreet betekent deze wijziging een grotere afhankelijkheid van vrijwilligers. Dit is overigens niet per se negatief. Omdat de invloed van een enkele vrijwilliger groot is, kan het wegvallen van een vrijwilliger of het sturen van de koers wel bepalend zijn.

Het is interessant om in het onderzoeksrapport te lezen dat kwetsbaarheid niet beperkt is tot de pioniersplekken. Een meerderheid van de geïnterviewden geeft aan dat eigen kwetsuren of scharniermomenten aanleiding zijn om zich (meer) te verbinden aan de pioniersplek. Ook voor mij geldt dat persoonlijke ervaringen ervoor gezorgd hebben dat ik me opnieuw wilde verbinden met de traditie die ik als tiener vaarwel heb gezegd. Van verschillende betrokkenen bij Stadsklooster Groningen weet ik dat ook zij door levenservaring opening hebben gevonden voor mystiek en/of monastieke spiritualiteit.

Christelijk?
Het zal de lezer niet verbazen dat er binnen het pionieren een grote theologische diversiteit is. Bepaalde pioniersplekken vatten hun missionaire taak zo op dat ze mensen willen bekeren tot de ‘enige waarheid’. Andere plekken kennen een meer open identiteit of een zoekende houding. Het onderzoek wijst op een mogelijke spanning tussen de open identiteit en het ‘kerk-zijn verkennen’. Voor Stadsklooster Groningen is die spanning extra invoelbaar om de volgende redenen:
1. We ontwikkelen ons binnen het model van een klooster en niet van een kerk;
2. Het missionaire krijgt binnen een monastieke traditie veelal het karakter van gastvrijheid, aanbieden, aandachtig luisteren en ruimte geven zonder jezelf op te dringen;
3. Persoonlijke ontmoeting met wat in jou leeft en/of wat jou overstijgt staat meer centraal dan het overdragen van een bepaalde overtuiging.

Vernieuwing
Het is jammer dat het onderzoek niet verder ingaat op de vernieuwing van de theologie. De indruk kan ontstaan dat vernieuwing met name gaat om nieuwe vormen. Nu is wat Stadsklooster Groningen te bieden heeft niet per se vernieuwend qua vorm. Wij zetten namelijk in op oude, soms ondergesneeuwde gebruiken en vormen. Het vernieuwende zit hem met name in de spiritualiteit die voorbij reikt aan bestaande godsbeelden door actuele ontmoeting. Deze levenshouding is ten diepste een continuering van wat een christelijke levenshouding kan zijn: openstaan voor hoe God of het goddelijk te ontmoeten is in meditatie, medemenselijkheid en betrokken leven. Zoals dat in klassieke tijden een theologische veelkleurigheid bood, zo biedt het ons ook een theologische veelkleurigheid. De gemene deler is dat we nieuwsgierig luisteren naar waartoe die Geest ons uitdaagt.

Als kleine en kwetsbare organisatie ploeteren we vrolijk voort. Het onderzoeksrapport ondersteunt onze overtuiging dat een pioniersplek veel voor mensen kan betekenen. Mocht je na het lezen van dit artikel geïnteresseerd zijn om mee te pionieren, neem dan gerust contact met ons op.

Gepubliceerd in Kerk in Stad 15 – 22 augustus 2020
Nick Everts – monastiek pionier Stadsklooster Groningen

Deel dit bericht

Facebook
Email
LinkedIn
WhatsApp

Laat een reactie achter

Plaats een reactie